Vanwege zijn basisplaats in de oefeninterland tegen België heeft Oranje-aanvoerder Wesley Sneijder een nieuwe mijlpaal in zijn carrière bereikt. De oefenpot in de Amsterdam ArenA is zijn 125e interland voor het Nederlands elftal.

Al in 2003 debuteerde Sneijder bij het nationale elftal, in de oefeninterland tegen Portugal kwam hij na rust in het veld voor Phillip Cocu. Enkele maanden later scoorde Sneijder zijn eerste doelpunt voor het Nederlands elftal, tegen Moldavië zorgde de aanvallende middenvelder voor de 2-0, in een duel dat uiteindelijk met 5-0 gewonnen werd. Dat was ook het eerste duel waarin Sneijder de negentig minuten vol maakte voor Oranje.

In 2004 maakte de middenvelder van Galatasaray, toen nog in dienst van Ajax, zijn eerste eindtoernooi mee. Op het Europees kampioenschap in Portugal speelde hij twee duels mee in de groepsfase, maar in de kwartfinale en halve finale, waarin Oranje uiteindelijk werd uitgeschakeld door het gastland, bleef Sneijder op de bank zitten. Toentertijd bestond het middenveld van Oranje uit Cocu, Clarence Seedorf en Edgar Davids.

Elf jaar na zijn debuut voor Oranje speelde Sneijder zijn honderdste interland. In een zeer memorabele wedstrijd tegen Spanje, waarin de regerend wereldkampioen met maar liefst 1-5 werd verslagen op het Wereldkampioenschap in Brazilië, jubileerde de middenvelder. Ruim twee jaar later speelt Sneijder dus zijn 125e wedstrijd voor Oranje.

Dit betekent dat de routinier dichter in de buurt komt van recordinternational Edwin van der Sar. De gepensioneerde goalie haalde tussen 1995 en 2008 de honderddertig interlands.